3. Hoe komen we naar B1? – Impliciet leren

“Hoe kan ik als docent mijn lessen vanaf 1-7-2021 anders aanpakken, zodat ik mijn lager opgeleide cursisten zo veel mogelijk naar B1 kan krijgen”

Binnenkort ga ik naar een bijeenkomst waarin dit de centrale vraag is. En ik mag een pitch geven van 2 minuten. En dat is natuurlijk veel te kort. Daarom heb ik maar bedacht om ook een serie blogs aan dit onderwerp te besteden. De vraag is te ingewikkeld om dat in twee minuten goed voor het voetlicht te krijgen. Het onderwijs is een gecompliceerde machine is met allerlei knopjes waar je aan kunt draaien. En al die knopjes hebben invloed op elkaar.

Expliciete Instructie?

Over het algemeen wordt aangenomen dat voor het effectief aanleren van de klank tekenkoppeling directe expliciete instructie nodig is van een docent. En dat lijkt op het eerste gezicht logisch. Er zijn ongeveer 36 klanken in het Nederlands en 26 letters en er zijn combinaties van letters die weer anders verklankt worden. En het is bepaald geen zuivere code. Er zijn tal van uitzonderingen. Deze code kraken lijkt voor cursisten vrijwel onmogelijk zonder een instruerende docent. Dit moet gestructureerd. Er moet een logische volgorde zijn en duidelijke stappen. De daadwerkelijke koppeling van klanken aan tekens moet voorgedaan worden. Het zelf uitvinden en autonoom kraken van deze code lijkt onmogelijk.

(meer…)

Lees meer

Massive Exposure en DigLin+

“Most, perhaps as much as 95 percent, of the learning that takes place in our day-to-day lives operates implicitly – no explicit instruction was available or necessary.”

(uit “Ungifted: Intelligence Redefined” van Scott  Barry Kaufman)

Waarom weten we dat we “dit huis” en “dat huis”  horen te zeggen en dat “deze huis” en “die huis” fout zijn? We hebben dit impliciet geleerd omdat Nederlands onze moedertaal is. We hebben dat zo vaak gehoord dat we “voelen” wat klopt en niet klopt. Deze combinaties zijn als één geheel in ons langetermijngeheugen opgeslagen. Er is wel een expliciete regel maar de meeste Nederlanders zullen die niet kennen.

Toen ik 11 was kwam er in ons dorp een Canadees gezin wonen met twee jongens. De oudste werd mijn vriend. Binnen een jaar waren ze helaas weer weg maar in dat jaar heb ik zoveel Engels gehoord (Massive Exposure) en geprobeerd te spreken dat ik in het vervolg dat “voelen” of iets klopt of niet in het Engels meegekregen heb. Engels was op de middelbare school voor mij een makkie. Behalve als we toetsen grammatica kregen. Ik had geen flauw idee waarom iets goed was of niet. (meer…)

Lees meer