Hoe hoog zijn uw verwachtingen?

Share

of… met de kennis van nu…

Jan Deutekom / Ineke van de Craats

” When Tchaikovsky asked two of the greatest violinists of his day to play his violin concerto, they refused, deeming the score unplayable (Platt, 1966). Today, elite violinists consider this concerto part of the standard repertory. The improvement in music training is so great that according to Roth (1982) the violin virtuoso Paganini “would indeed cut a sorry figure if placed upon the modern concert stage” (p. 23).”

Ericsson Krampe Tesch-Romer 1993
The Role of Deliberate Practice in the Acquisition of Expert Performance

In 1908 bij de Olympische Spelen in Londen werd de Marathon gewonnen door John Hayes in een tijd van 2:55,18. Alleen de eerste 4 lopers bereikten de finish binnen de 3 uur. Slechts 27 van de 54 deelnemers haalden de finish.

In de komende marathon van Boston voor 2019 mag je je inschrijven als man tussen de 18-34 als je er in geslaagd bent om binnen de 3 uur een marathon te lopen. Dat is overigens geen garantie dat je ook echt mee mag doen. Bij te veel inschrijvingen gaan de snelsten voor. In 2018 deden 5008 mannen tussen de 18-34 mee aan de Boston Marathon en zij hadden allemaal een persoonlijk record sneller dan 2:56,27. Met die tijd was je in 1908 3e geworden. Om aan de echte wedstrijd mee te doen gelden weer hele andere regels. De langzaamste tijd van de “elite entrants” in 2018 was 2:13,58. De snelste tijd van de Boston Marathon bij de mannen staat op 2:03,02.

JOHN HAYES

We kunnen zonder twijfel stellen dat voornamelijk kennis, effectievere trainingsmogelijkheden en meer training geleid heeft tot dit soort spectaculaire ontwikkelingen. Het heeft tegelijkertijd ons beeld van wat mogelijk is steeds bijgesteld. Op het moment dat we weten dat iets beter of sneller kan dan wordt dat ook sneller realiteit. Als je meer verwacht dan krijg je ook meer.

Bij DigLin+ zijn we aan het doorontwikkelen en komen we door dat doorontwikkelen ouder materiaal tegen en zien we plotseling weer wat we ooit dachten. We zien dat in de praktijk cursisten veel meer en veel sneller ontwikkelingen laten zien dan we ooit voor mogelijk hielden. Als we dit nu teruglezen kunnen we ons haast niet voorstellen dat we dit ooit dachten.

Luister en typ

Bij DigLin+ hebben we aanvankelijk voor een aantal oefeningen inschattingen gemaakt en dat kwam omdat we zogenaamde voorschatters gemaakt hebben. Die voorschatters waren bedoeld om in te schatten waar cursisten in het materiaal konden beginnen. Het gaf dus ook enigszins een ‘eindniveau’ aan. Er was een niveau waarop wij aangaven dat je naar een ander deel van het materiaal toe kon. Het liet dus onze aannames zien over het niveau wat met het materiaal bereikt kon worden.

Bij de voorschatter ‘luister en typ’ staat nu nog in de omschrijving dat cursisten 5 minuten de tijd hebben om de voorschatter te maken. We gingen er niet vanuit dat cursisten veel woorden in één keer foutloos zouden typen. In de omschrijving word ervan uitgegaan dat je in die vijf minuten door de snelle feedback op letterniveau deze voorschatter zou kunnen afmaken en daarbij mocht je zelfs bij 2 woorden uiteindelijk niet het woord juist getypt krijgen. Die 5 minuten gaven je ook de tijd om foutjes te herstellen. We dachten toen dat dat een hoge verwachting was.

In dit voorbeeld zie je hoe veel sneller het kan en vooral hoe ongelofelijk veel accurater. We konden ons toen niet voorstellen dat iemand die nog bezig was met de klank-tekenkoppeling al in staat zou zijn 16 van de 20 woorden in één keer foutloos te typen. Nu ligt de “hoge verwachting” voor ‘luister en typ’ op 2,5 minuut en 0 fouten. Dat is – voor zover wij nu weten – een fikse verwachting maar het wordt regelmatig gehaald. En doordat de lat zo hoog ligt wordt er doorgetraind tot dit ook echt gehaald wordt.

Bingo

Bij Bingo zijn de voorschatters op 15 seconden gezet voor het volgende woord komt. Dat geeft je in totaal zo’n 5 minuten de tijd om deze voorschatter af te maken. Daarbij mocht je 2 fouten maken volgens de omschrijving. Ook hier konden we ons niet voorstellen dat beginnende lezers die nog bezig waren met de basis in staat zouden zijn om net aangeboden woorden heel snel te herkennen. Voor je het juiste woord gevonden hebt moet je immers meestal meerdere woorden gelezen hebben. 5 minuten leek ons heel pittig.


Deze cursist is op een maandag met lijst 8 gestart en een paar dagen later op donderdag lukt het hem om binnen 2 minuten met slechts 2 fouten deze bingo af te maken. Bij Bingo ligt de lat nu op 0 fouten en binnen 1 minuut. En dat wordt ook daadwerkelijk gehaald.

Het belang van snelheid

Snelheid is bij alfabetisering van groot belang. Hoge verwachtingen over de snelheid en precisie dragen bij aan de kwaliteit van de leesvaardigheid zowel bij technisch lezen als bij begrijpend lezen. Er moet snelheid ontstaan zodat er niet alleen “lezen” ontstaat maar het ook mogelijk wordt te begrijpen wat gelezen wordt. Zolang klanktekenkoppeling, analyse en synthese nog te veel tijd vragen is er in het werkgeheugen geen ruimte om betekenis te geven aan een hele zin en aan de betekenis van de zin in het geheel van de tekst. Het werken aan snelheid en precisie is bovendien een aanpak die beginnende leerders begrijpen. Het noteren van snelheid en precisie maakt op eenvoudige en directe manier vooruitgang duidelijk en daagt uit tot nog grotere prestaties.

Hoge verwachtingen en de kennis van nu

Met hoge verwachtingen proberen we ontwikkeling te stimuleren. We weten dat hoge verwachtingen helpen bij ontwikkelingen. Die hoge verwachtingen worden haast automatisch getemperd door “realisme”. Of door wat we als realisme beschouwen. Toen leken onze aannames heel realistisch. Sterker nog… We dachten dat we al heel ver gingen en heel optimistisch waren. In de echte realiteit bleek veel meer mogelijk te zijn.

In 1980 reed Eric Heiden een nieuw wereldrecord in Lake Placid op de Olympische Spelen. Hij reed 14.28,13. Een toen haast ondenkbare tijd. Mart Smeets riep uit: “Dit kan helemaal niet wat deze man doet. Dit wordt een tijd die echt nooit meer verbeterd gaat worden.”

Nog geen twee maanden later schaatste de Rus Dimitri Oglobin (wie kent hem niet) 2 seconden sneller, al was dat op de wonderbaan Medeo. Maar binnen 6 jaar (nog steeds in de tijd vóór de klapschaats en op buitenbanen) werd dat wereldrecord – dat nooit meer verbeterd kon worden – 6 keer gebroken. In 1986 schaatste Karlstad 16 seconden sneller. Dat was het laatste wereldrecord op de 10.000 meter op buitenijs.

Heiden had laten zien dat het mogelijk was. En omdat het mogelijk was gingen andere schaatsers dezelfde grens over.

Eerst geloven en dan zien?

En voor ons? Soms is een groot optimisme bij leren wellicht realistischer dan realisme. En wellicht is het niet “eerst zien en dan geloven” maar vooral “eerst geloven en dan zien”. Ik denk dat ook Heiden eerst geloofd heeft dat hij 14:28,13 kon schaatsen voordat het daadwerkelijk realiteit werd.

Het helpt ook dat er een community op Facebook / LinkedIn is van bijna 480 docenten die uitwisselen. Daardoor is er een grote gezamenlijke ervaring ontstaan en nieuwe kennis opgedaan en daarmee helpen we elkaar vooruit. We leren met z’n allen. Daardoor zijn we in staat bij te stellen en verder vooruit te bewegen. Zonder die interactie met docenten zouden we nooit onze (te lage) verwachtingen bij hebben kunnen stellen.

(Visited 298 times, 1 visits today)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*