DigLin+ en compartimenteren (lineair – non lineair)

Stel je bent analfabeet. Ook in je eigen taal. En je leert een nieuwe taal en het alfabetiseringsproces is gestart. De docent begint instructie te geven over de eerste 3 klanken gekoppeld aan tekens . Deze:

 

De klanken zijn je misschien niet vreemd maar omdat je een echte analfabeet bent, kun je ze niet koppelen aan letters van je eigen alfabet. Je kunt dus niet denken “oh, die eerste klinkt net als onze g”. Die steun is er niet.

(meer…)

Lees meer

DigLin+: feedback en het bevorderen van autonomie

Ineke van de Craats en ik horen regelmatig dat het soms voor docenten lastig is om te werken met DigLin+ en de ideeën achter het materiaal. In deze blog wat ervaringen en ideeën hoe het verbeteren van het leren van cursisten met DigLin+ er uit zou kunnen zien.

Schematisch kan werken met DigLin+ er zo uit zien:

De H-Cyclus

De docent verwacht iets van cursisten. Dat is niet wat cursisten moeten doen maar wat ze moeten kunnen. De docent probeert dat te formuleren en daarbij ook aan te geven wanneer hij/zij tevreden is. Dan worden cursisten los gelaten en kunnen gaan proberen met “bronnen” (in dit geval de bronnen in DigLin+) dat doel te bereiken.

Voor ons is het erg interessant om te zien wat cursisten doen in het deel wat hier het proces heet. Cursisten weten wat er van ze verwacht wordt en ze gaan zelf met bronnen aan de slag om dat te bereiken. De docent heeft hier de verantwoordelijkheid overgedragen aan cursisten. Voor docenten is dit een lastige fase. Het is moeilijk om er van af te blijven en cursisten hun eigen fouten te laten maken en er niet meteen bovenop te zitten en te helpen. Het is ook niet de bedoeling dat docenten in deze fase op de handen gaan zitten. Deze fase geeft de mogelijkheid te observeren en kan zorgen voor informatie waardoor we het leren van cursisten aanmerkelijk kunnen verbeteren. We kunnen het leren zelf van cursisten zo verbeteren.

(meer…)

Lees meer

Bronnen of Leermiddelen?

Au-then-tiek… Betrouwbaar, geloofwaardig; echt

We probeerden zoveel mogelijk authentiek materiaal te gebruiken bij lessen Nederlands als tweede taal. We adviseerden onze studenten om kranten te lezen, naar het journaal te kijken en om naar de radio te luisteren. Ik verzamelde teksten en maakte er vragen bij. Ik moest daardoor wel nadenken over mijn vak. Natuurlijk was authentiek materiaal belangrijk. Dat was het niveau waar mijn studenten naar toe moesten. Het was continue zoeken naar de verbinding met de ‘echte wereld’.

Ergens rond het jaar 2005, gedurende de eerste experimenten die we uitvoerden om ons onderwijs anders vorm te geven vond ik een stuk van de OECD uit 1996. Het drong niet onmiddellijk tot me door maar deze zinnen bleven de weken daarop rondspoken:

As access to information becomes easier and less expensive, the skills and competencies relating to the selection and efficient use of information become more crucial….
Capabilities for selecting relevant and disregarding irrelevant information, recognising patterns in information, interpreting and decoding information as well as learning new and forgetting old skills are in increasing demand. (zie hier de volledige tekst van de OECD / OESO)

Lees meer