Het einde van scaffolding?

Share

In het denken over Wendbaar Vakmanschap heeft een vraag voor mij de boventoon gevoerd. Wat moet je doen in het (beroeps)onderwijs om Wendbaar Vakmanschap als uitkomst te krijgen?

Een paar jaar geleden was hier in huis “Minecraft” een grote hit. Twee jongens (14 en 16) die hier in huis uren spendeerden aan het bouwen van virtuele werelden. Van enige afstand bekeken zag ik hoe ze werkten in een, in mijn ogen, zeer gecompliceerd programma met heel veel mogelijkheden. Ze lieten me zien hoe ze een werkende rekenmachine bouwden in Minecraft en ik zag hoe ze werelden creëerden gevuld met landschappen, kastelen en dorpjes.

Ik realiseerde me dat ergens achter dat “spelen” of “creëren” ook heel veel leren zat. Er was niemand die ze dit bijgebracht heeft. In ieder geval niet in de klassieke zin van het woord. Er was geen cursus geweest, geen docent. Er was niet één grote expert geweest die ze had begeleid in hun leerproces.

Er waren wel “experts”. Dat waren vriendjes die verder waren in hun ontwikkeling. En ze gebruikten allerlei informatie, vaak in de vorm van filmpjes, die ze zochten en vonden op internet. Tijdens het creëren stond ook vaak Skype open zodat ze konden overleggen en vragen stellen. Spelen, creëren en leren leken door elkaar te lopen. Er leken voldoende bronnen (experts en filmpjes) te zijn om ze verder te helpen in hun leerproces.

Ik heb sterk de indruk dat als we ze naar een cursus Minecraft hadden gestuurd met een docent dat de lol er dan snel af zou zijn geweest. Het uitvinden, zelf ontdekken en de regie hebben lijkt een groot deel van de fascinatie.

Vygotski en zijn navolgers spreken van de zone van naaste ontwikkeling (2). Dat is het gebied waar leerders effectief kunnen leren met behulp van “een ander met meer expertise” (MKO – More Knowledgeable Other). Het leren in deze zone is te moeilijk om zonder die “ander” te leren. Voorbij deze zone ligt een zone die frustratie lijkt te garanderen (3). En vóór die zone ligt de “zone van actuele ontwikkeling”(1). Het gebied waarin de leerder effectief zelfstandig kan leren en geen hulp nodig heeft van anderen.

Die “ander met meer expertise” lijkt in dit leren ook de regie in handen te hebben. Hij zou er voor moeten zorgen dat de leerder in de “zone van naaste ontwikkeling” terecht komt door voor de juiste taken te zorgen. En hij moet er voor zorgen dat de leerder niet in het “frustratiegebied” (3) terecht komt. Dat gebied waar de leerder blijkbaar nog niets te zoeken heeft. Hij zet steigers neer (scaffolding) zodat de leerder precies genoeg hulp en ondersteuning krijgt om stapjes verder te komen en hij haalt die steigers één voor één weg als de leerder de steigers niet meer nodig heeft. Dat lijkt steeds in een dialoog-achtige vorm plaats te vinden. De “ander met meer expertise” is in de buurt en kan ingrijpen en hulp bieden, vragen stellen, en voordoen als dat nodig is. Het doel is om uiteindelijk zelfstandige leerders te krijgen.

Wood (1976) noemt een aantal processen bij effectieve scaffolding die verdacht veel lijken op taken voor die “ander met meer expertise”.

  1. Zorgen dat de leerder interesse krijgt en houdt voor de taak.
  2. Zorgen dat de taak eenvoudig is.
  3. Aspecten benadrukken die de leerder kunnen helpen bij het uitvoeren van de taak.
  4. Zorgen dat de frustratie beperkt blijft.
  5. Voordoen/demonstreren hoe de taak opgelost wordt.

Silver (2011) geeft richtlijnen voor effectieve scaffolding

  1. De kennis en ervaring van de leerder inschatten t.o.z. van de taak.
  2. Inhoud te relateren aan wat studenten al begrijpen of kunnen doen.
  3. Een taak opsplitsen in kleine, beter beheersbare taken met mogelijkheden voor intermitterende feedback.
  4. Gebruik mondelinge aanwijzingen en aanwijzingen om studenten te helpen.

Op de een of andere manier lijken er in het voorbeeld van Minecraft een paar dingen net iets anders te liggen dan in de opvattingen van Vygotski’s navolgers.

Het lijkt alsof de zone van huidige ontwikkeling gegroeid is, uitgedijd is. Het lijkt heel goed mogelijk om zonder een “ander met meer expertise” allerlei kennis op te doen en vaardigheden aan te leren. Niet alleen bij Minecraft maar op veel meer gebieden. In Vygotski’s tijd en ook nog tijdens de uitwerking van scaffolding door Wood en anderen in 1976 was de het wellicht nog ondenkbaar om zonder de expert “in levende lijve” effectief kennis en vaardigheden op te doen maar dat lijkt nu toch echt anders.

Er zijn in het Minecraft voorbeeld wel “anderen met meer expertise”. Het subtiele verschil is al dat er meer zijn. En het lijkt dat er daarnaast veel meer bronnen zijn waarover deze leerders beschikken. Er is wellicht een “ander met meer expertise” maar hij lijkt niet van doorslaggevende betekenis. Bovendien is de regie niet in handen van deze ander. De “ander met meer expertise” wordt veel meer geraadpleegd door de leerder. Net zoals de filmpjes worden geraadpleegd. Het is in ieder geval niet de “ander met meer expertise” die de regie in handen heeft. Bovendien is er geen vaste rolverdeling. De ene keer ben je de leerder en dan ben je de “ander met meer expertise”. Het lijkt alsof er veel meer een netwerk is georganiseerd waar de rollen niet vastliggen en waar een andere logistiek van kennis is ontstaan. Ze lijken continue heen en weer te schieten in de 3 zones van Vygotski en toch is er sprake van leren.


Er lijkt op het eerste gezicht niets mis met scaffolding als concept in het onderwijs. Natuurlijk willen we dat leerders zelfstandiger gaan leren. En er lijkt op het eerste gezicht geen alternatief voor het beeld van de ander met meer expertise (in het onderwijs de docent) die geleidelijk steigers afbreekt.

Toch lijkt er wel wat tegenin te brengen.

Het begint al met de steigerbouwer. Dat is de “ander met meer expertise” (de docent). Het is niet de leerder. De docent bepaalt welke steigers nodig zijn voor deze leerling. En de docent bepaalt dus ook welke steigers weggehaald kunnen worden. Dat betekent dat de regie bij de docent ligt. En dat brengt ons meteen bij een aardig dilemma. We streven naar meer zelfstandige leerlingen maar we doen dat door de regie onder te brengen bij de docent.

Er is een grote kans dat een steiger die eenmaal gebouwd is ook gebruikt zal worden. Dat vertroebelt meteen het zicht op de daadwerkelijke noodzaak van de steiger. De steiger wordt immers niet neergezet omdat er in de praktijk gebleken is dat hij nodig is. De steiger staat er omdat een docent dat nodig acht. Lage verwachtingen van docenten leidt tot meer ondersteuning dan wellicht nodig is en leidt dan eerder tot een vertraging in zelfstandigheid van leerlingen dan een versnelling. En er is nogal wat kennis nodig om te bepalen waar een leerder precies staat en wat zijn “Zone van Naaste Ontwikkeling” precies is.

Een echte steiger is uiteindelijk ook het onderdeel van een blauwdruk. Een steiger bouw je omdat er in ieder geval iets van een plan ligt. Je weet wat er gaat komen en je weet vooraf welke muren gebouwd gaan worden. Het is de vraag of bij minder gepland onderwijs vooraf gebouwde steigers wel zo effectief zijn.

In het Minecraft voorbeeld zijn de leerders de steigerbouwers. Zij hebben de regie en zij geven aan wanneer er hulp nodig is. Ze vragen hulp als zij het nodig hebben. Ik ben er van overtuigd dat ze met grote regelmaat in de frustratiezone komen. Daar ligt immers hun uiteindelijke doel. Daar kunnen ze prachtige dingen bouwen. Als het ze lukt om daar hun weg te vinden dan wordt het pas leuk!

Maar ze hebben schijnbaar geleerd stapjes terug te doen. Hun grote doelen zelf op te delen in stukjes. Zelf te weten wat ze al kunnen en wat ze nog moeten leren. En ze hebben geleerd hun netwerk te gebruiken om hun doelen te halen.

Wat valt hieruit te leren voor het verwerven van wendbaar vakmanschap?

Als (beroeps)onderwijs zou moeten uitmonden in wendbaar vakmanschap dan lijkt scaffolding geen werkend principe meer. Wellicht leidt scaffolding tot vakmanschap maar het bevordert zeker niet de wendbaarheid. De wendbare vakman zit aan het stuur. En die wendbaarheid wordt opgedaan door daarop te vergen in het onderwijs.

Als er al een beweging zit in het onderwijs dan is dat volgens mij een beweging naar meer regie voor de leerder. Dat lijkt synchroon te lopen met ontwikkelingen in de samenleving. Om een duurzame bijdrage te kunnen leveren aan deze samenleving lijkt “Leren leren” een essentiële vaardigheid, en is het van groot belang voor het individu om jezelf een leven lang te blijven ontwikkelen. Het Minecraft voorbeeld lijkt er op te wijzen dat jonge leerders buiten het onderwijs zelf bij leren al regie aan het pakken zijn. We kunnen leren gebruik te maken van deze kracht. We zullen moeten leren de regie effectief over te dragen naar leerders. We kunnen leren zodanig ruimte te creëren voor de leerder dat er veel meer en duurzaam geleerd kan worden.

De processen bij effectieve scaffolding zoals Woods ze omschrijft zijn dan niet meer passend. In plaats van de docent die zorgt voor “Gaining and maintaining the learner’s interest in the task.” zullen we de leerder moeten leren zelf zijn motor op te starten en op gang te houden. En wellicht helpt het daarbij om te stoppen met “Making the task simple.” Misschien moet er wel veel meer uitdaging in. Misschien maken we leerders pro-actiever, inventiever en creatiever als we stoppen met hints geven voor de oplossing. Bovendien, is er wel één oplossing? Is dit nog een samenleving waar voor elk probleem één oplossing voorhanden is? En misschien moeten we leerders leren actie te ondernemen als ze in de frustratie terechtkomen in plaats van voorkomen dat er frustratie kan ontstaat. Misschien helpt de frustratie uiteindelijk wel om de eigen regie effectief vorm te geven.

(Visited 246 times, 1 visits today)

4 gedachten over “Het einde van scaffolding?

  1. Heel herkenbaar. Vol verbazing zie ik wat Mijn zoon van 7 maakt met minecraft. De inspiratie haalt hij van filmpjes in allerlei talen waar anderen laten zien en vertellen wat ze gemaakt hebben.
    Regelmatig heeft hij in bed bedacht wat voor bouwwerk hij gaat maken en met welke technische constructies.

  2. Mooie blik op leerders van nu, Jan! Ook herkenbaar als je géén kinderen om je heen hebt. Twintigers zie ik hetzelfde doen.
    Iets om te delen met de collega’s van de lerarenopleiding!

  3. Ook ik heb 2 jongens die nachtenlang met Minecraft in de weer waren tot ze prachtige bouwwerken hadden gecreëerd. Van belang hierbij is het vermogen van lerenden (hier mijn zonen) om kennis die in bronnen (hun vrienden en overige spelgebruikers) en kennisdragers (via skype en www) aanwezig is met elkaar te verbinden.
    Dit vermogen om kennis te verbinden ligt voor iedereen anders en dat vind ik als coach/docent fascinerend om te begeleiden. Mooi!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*