28 maart 2010
Merkwaardige discussies over onderwijsrendement en productiviteit. Waar gaat het over? Over hoeveel lesuren docenten geven. Stel nu dat we al het vergaderen in scholen voor een groot deel kunnen beperken, een groot deel van de administratieve druk op docenten weg kunnen nemen en docenten meer voor de klas kunnen staan. Zou daarmee het onderwijsrendement echt omhoog schieten? Ik ben er niet optimistisch over. Er is trouwens onthutsend onderzoek in het HBO waaruit blijkt dat meer contacturen zorgt voor minder rendement! Er lijkt voor het HBO in ieder geval een eenvoudige regel te zijn. Ergens rond de 12 contacturen omdat er anders geen binding ontstaat met de opleiding. Met meer dan 12 contacturen daalt het rendement. Het zou erg interessant zijn om dat onderzoek op het MBO te doen.
Volgens mij ligt de echte oplossing ergens anders.
Als we er nu eens voorzichtig van uitgaan dat er een verband bestaat tussen hersenactiviteit van cursisten en leerrendement. Meer hersenactiviteit betekent dan dat er meer geleerd wordt.
Laten we er ook voorzichtig van uitgaan dat luisteren naar iemand anders niet zo heel veel hersenactiviteit oplevert.
De afgelopen week zat ik in een studiemiddag. De 35 deelnemers houden zich in hun werk bezig met innovatie in het onderwijs en professionalisering. Van half 2 tot 5 uur. 3 presentaties. Ik geef zelf de tweede presentatie. Het had zich 30 jaar geleden af kunnen spelen ware het niet dat er nu i.p.v. een bord en een krijtje een beamer was.
De 3 mensen die de presentatie geven hebben eigenlijk allemaal hetzelfde gedaan. Zij hebben bronnen geraadpleegd, hebben informatie geselecteerd en verwerkt en geprobeerd die informatie in een logische volgorde te presenteren. De hersenactiviteit heeft zich vooraf en tijdens de presentatie voornamelijk afgespeeld in de hoofden van de 3 mensen die de presentatie gegeven hebben.
Van de eerste en derde presentatie krijg ik niet veel mee. Deels omdat ik toch wat nerveus ben voor mijn eigen presentatie en deels omdat mijn gedachten afdwalen. Ik hoeft ook niets met de informatie. Af en toe vang ik flarden op. De grote lijn neem ik ter plekke wel waar en registreer ik. Het is nu 5 dagen later. Ik probeer diep te graven in mijn hoofd om er nog wat van terug te halen. Het lukt nauwelijks. De eerste presentatie ging over organiseren. Erg veel verder kom ik niet meer. De derde ging over beoordelen of zo. De tweede kan ik dromen. Kan ik nu nog zo geven.
Zelfs in dit gezelschap, met mensen die zich bezig houden met onderwijsinnovatie, lukt het ons niet iets te organiseren wat veel hersenactiviteit bij de deelnemers oplevert. Het rendement van deze bijeenkomst? In de buurt van bezigheidstherapie. We hadden vast iets anders kunnen doen dat er voor gezorgd had dat er meer hersenactiviteit nodig was bij de volgers.
Studiedag van een grote organisatie. Iets van 10 workshops. Ik zet in mijn workshop de mensen aan het werk en loop daarna door het gebouw. Overal zie ik workshopgevers hard werken en uitleggen. Workshopvolgers luisteren.
Groot ROC. Een afdeling waar taallessen gegeven worden. Ik loop door de gang. In elke les zie ik docenten praten en cursisten luisteren.
Een docent geschiedenis die me voorhoudt dat hij 800 jaar geschiedenis moet behandelen. Volgens mij niet. Ik denk dat zijn cursisten 800 jaar geschiedenis doormoeten.
In onderwijsorganisaties lijkt de focus vooral gericht op het organiseren van het aanbod. En niet op het rendement zelf. Het aanbod op zich garandeert nog geen enkel rendement. En haast automatisch ziet dat aanbod er uit als een pratende man of vrouw die het allemaal al weet en toehoorders die luisteren. En als we het aanbod goed georganiseerd krijgen en er toch geen echt rendement ontstaat zullen we dan gewoon de cursisten de schuld geven?
We zullen echt anders moeten kijken naar onderwijsrendement. In een fabriek wordt het rendement ook niet verhoogd door er voor te zorgen dat een directeur niet teveel wordt afgeleid door vergaderingen en administratie.