donderdag 25 november 2010
Volgens mij is deze vraag de belangrijkste vraag die we in het onderwijs kunnen stellen. Hier gaat het om. Dit is waar onderwijs voor bedoeld is.
Wij vragen dit elke dag aan de cursisten die in ons leerbedrijfje stage lopen. Dit is de veiligheidsklep. Aan het antwoord kunnen we zien of wat we aanbieden en hoe we het onderwijs georganiseerd hebben ook effect heeft.
Het effect van de vraag op cursisten is op zich is al interessant. De cursisten gaan door de vraag beter letten op wat ze aanleren en waar ze niets van leren. En door de vraag elke dag te stellen kan ook snel bijgestuurd worden als een cursist aangeeft dat hij die dag niets geleerd heeft.
Dat betekent niet dat het antwoord van de cursist altijd klopt. Soms zegt een cursist dat hij niets geleerd heeft en dan kunnen we hem wijzen op wat hij nog niet kon en wat hij nu wel kan. Meestal klopt het antwoord trouwens wel. Cursisten kunnen vaak heel goed aangeven wat ze geleerd hebben of dat ze juist helemaal niets geleerd hebben.
Je zou denken dat deze essentiële vraag door elke docent elke dag gesteld wordt aan zijn cursisten. Dat is niet zo. Deze vraag wordt zelden gesteld in het onderwijs. En dat is op zijn minst merkwaardig.
Ik heb wel een vermoeden waarom we deze vraag niet stellen. Onderwijs zit namelijk in veel gevallen zo georganiseerd dat deze vraag stellen de organisatie van ons onderwijs uiteindelijk onderuithaalt.
In het onderwijs wordt door de docenten een aanbod gerealiseerd. Hoe dat er in de praktijk ook uitziet. Er lijkt daarbij een soort stilzwijgende en onbewuste redenatie te ontstaan. Wij zorgen er als docenten voor dat we alles aanbieden wat cursisten nodig hebben voor het diploma. Vervolgens is het aan de cursisten om dat op te nemen en te verwerken. Als dat niet het gewenste effect heeft dan ligt dat aan de cursisten. Wij hebben er tenslotte alles aan gedaan.
Als wat we aanbieden niet het gewenste effect heeft dan vinden we in cursisten allerlei factoren waardoor dat niet lukt. Er is een groot scala aan “afwijkingen” en “problematieken” die kunnen verklaren waarom wat wij aanbieden niet het gewenste effect heeft. Of we kunnen kijken naar de intake. Deze cursisten moeten er bij de intake natuurlijk uitgevist worden.
Tja..
40% van de MBO cursisten verveelt zich. 20% van de MBO cursisten valt uiteindelijk uit.
De taak van docenten is uiteindelijk er voor zorgen dat cursisten leren. En als blijkt dat onze cursisten er te weinig van leren zullen we stevig onder ogen moeten zien of wat we aanbieden wel voldoet.
Onderwijs verbeteren? Stel deze vraag. Elke dag.